De Chinese holistische voedingsleer ziet voeding als een middel om gezondheid te behouden en te herstellen. De focus ligt niet op voedingsstoffen, maar op de invloed van voeding op de energiebalans en de spijsvertering.

Centraal staat het evenwicht tussen Yin en Yang, waarbij voedingsmiddelen worden geclassificeerd op basis van hun thermische werking (verwarmend of verkoelend) en hun effect op organen en lichaamsfuncties. Daarnaast spelen de vijf elementen (Hout, Vuur, Aarde, Metaal, Water) een rol, waarbij voeding wordt afgestemd op het individu en de seizoenen.

Een sterke spijsvertering is volgens deze leer essentieel voor een goede weerstand en energiehuishouding. Daarom worden warme, gekookte maaltijden aanbevolen, terwijl rauwe en koude voedingsmiddelen beperkt worden om overbelasting van de spijsvertering te voorkomen.

Ook seizoensgebonden voeding is belangrijk. In de winter helpen warme, voedzame gerechten zoals soepen en stoofschotels om het lichaam te versterken, terwijl in de zomer lichte, hydraterende voeding zoals komkommer en meloen overtollige warmte afvoert.

De Chinese voedingsleer hanteert een functionele benadering waarbij voeding wordt afgestemd op individuele behoeften en gezondheidsdoelen. Dit maakt het een effectieve en wetenschappelijk onderbouwde methode om zowel acute als chronische klachten te ondersteunen. Door bewuste keuzes te maken in voeding, afgestemd op de persoonlijke energiebalans, draagt deze methode bij aan een verbeterde vitaliteit, verhoogde weerstand en een optimale lichamelijke en geestelijke gezondheid.